de oude dame krijgt een tweede jeugd

We hebben de Oude Dame nu (2015) een jaar of drie.
En we wisten dat er werk aan de winkel zou komen:
de Oude Dame heeft erg last van jeugdpuistjes... Vooral links en rechts-achter zijn de zijpanelen behoorlijk aangetast. Oorzaak: een sierstrip, die er met schroeven is ingezet. Dat leidde vroeger al tot narigheid, dat is tegenwoordig niet anders!





Er moest dus een keer aan gewerkt gaan worden, en daarmee zijn we de winter van 2013-2014 al begonnen: het dak is voorlopig opgeknapt, zodat het schoon te houden is. Dat gaf al meteen een heel andere aanblik! We hebben meteen de bumpers en het grilletje aangepakt en ook de wielen kregen een wat meer gangbare kleur. Per slot van rekening was al dat goud erg fout... 
een glanzend effect...
met gouden bumpers en grille...
Uiteindelijk zijn de bumpers, de grille en de wielen in de tweede ronde van deze ingreep opgeknapt. Want er moest ook het een en ander aan de onderzijde gebeuren: een nieuwe roestbescherming. O ja, ook een nieuwe ruit was wel verstandig: deze heeft een forse barst...

De bus werd dus verplaatst van Espel (waar ze normaal gesproken overwintert in een voormalige koelcel, lekker droog in een constante temperatuur) naar Marknesse. Daar werd ze op de brug geparkeerd, zodat ik er van onder goed bij kon. Eerst een tijdje bikken en vervolgens dik met de kwast tectyl erop. Een mooie dikke laag, dan kan ons busje weer een tijdje mee.
De bodem was nog gaaf, dus de vorige laag heeft het goed gedaan...
O ja, dat raam...





Zoals ik al schreef: er werd enig schilderwerk verricht...


Vervolgens hebben we in de zomer eens uitgeprobeerd hoe het is om met vakantie te gaan met de bus. Nou, dat is uitstekend bevallen, kijk maar in het verhaal van de Oude Dame in Frankrijk.


Na die vakantie en wat evenementen met zowel de "bussenclub" (we zijn lid van de Vriendenclub van de T2, kortweg de VCT2) als de "Fiatclub" (Fiat 500 Club Nederland) moest het er toch een keer van komen, en in het eind van november 2015 is de bus naar Marknesse gegaan. Maar voor dat het zover was, moest er eerst van alles uitgehaald worden in Lelystad. En dus werd er gesleuteld, gesloopt en verwijderd. Dat had een heel volle garage tot gevolg.



Op die plek staat altijd onze Fiat, dus die moest nu even het veld ruimen. Dat was niet zo'n heel groot probleem, die kon wel overwinteren op de plek waar normaal de bus dat doet: in Espel dus! En zo kon het gebeuren dat de Fiat in de koelcel kwam, de bus op de brug en de inhoud van de bus in de garage. Wat een bende meuk zit er in zo'n kampeerbus!


Daarna kon het echte werk beginnen. Dat betekende de ruiten er uit (jammer van die voorruit die de auto ineens verliet en een harde landing maakte op de garagevloer).


Tja, wat doe je er aan. Die ruit is maar twee jaar oud geworden, voordat die sneuvelde.
jammer, een sterretje in de voorruit...




Maar er gebeurde veel meer. Alle ruiten er uit, de deuren, de motor- en de achterklep, de koplampen, alle andere buitenspulletjes, alles werd al vast klaar gemaakt voor het grote sloopwerk , maar ook voor straks naar de spuiter. Aanvankelijk dacht ik "we doen alleen die panelen", maar dat is natuurlijk een verkeerd plan. Want de deur aan de bestuursderszijde had een extra tochtgat en moest dus vervangen worden. Tijden geleden waren we ons daarvan al bewust en bij een garage die je het beste kunt omschrijven als de tijdige kievit (en insiders weten vast wie ik daarmee bedoel) stond een fraaie lichtgele deur zonder deuken en plamuur. Klokgaaf, zoals dat heet. En ook een achterklep was al aangeschaft, maar dat bleek achteraf niet nodig te zijn. En een motorklepje, dat was heel hard nodig, want daar zat ook een stripje op...
Dan toch ook maar het dak er af, want er zit vliegroest in de gootjes...
 Zoals je ziet, al een aardig kaal geheel. Een week later ging ook de bagagebak er af. Wat we gevreesd hadden was gelukkig niet zo: de raamranden zagen er behoorlijk gaaf uit. Er zat wel roest op, maar die was oppervlakkig, zelfs op de achterklep. En daardoor hebben we geconstateerd dat die klep van betere kwaliteit is dan de nieuwe (nou ja, nieuw, tweede-hands dus).


Ondertussen was er een hele speurtocht op gang gekomen, want er moesten natuurlijk wel achterpanelen zijn om in de bus te maken. Die blijken moeilijk verkrijgbaar te zijn... Vanuit Noord-Holland zijn die aangeleverd: rechts Duits en links Braziliaans. Aardig detail: de Brazilianen hebben in het paneel links een vrij grote opening voor een tank zitten. Kan je mooi een contactdoos in bevestigen. Klepje er voor, en je ziet 't bijna niet. Moeten we wel even een rond klepje fabrieken, maar ik begreep van Martin (een luchtgekoeld figuur met een garagebedrijf waar je oude auto's met twee opeenvolgende letters uit het alfabet kunt laten repareren) dat dat geen al te groot probleem hoeft te zijn.


De volgende stap was de mat uit het vooronder en de verwijdering van het piepschuim dat daar onder woonde. Daar kwam een gave vloer onder vandaan, met wat oppervlakkige roest aan de bestuurderszijde. Daar kan je toch tevreden mee zijn, zou ik zo denken.


 En dan kom je een keer terug en plotseling heb je een soort van spijlbus: het hele rechterzijpaneel is verwijderd, je kijkt zo door het hele voertuig heen naar de andere zijde. Het uitzicht is geweldig: een hele spuitbus PUR-schuim! Het kostte minstens anderhalf uur om dat weg te werken...

Met hamer en beitel heb ik het er uit gestoken en gehakt. Na de verwijdering van al dat PUR heb ik me bezig gehouden met het weghalen van de rail waaraan de kap bevestigd is die over de schuifdeurrail zit, zodat we daar het roest kunnen weghalen. We gaan namelijk niet het hele zijpaneel gebruiken, maar alleen het deel onder het raam. Maar ook rail van de schuifdeur moest eraan geloven, daar komt namelijk de verbinding van het oude en het nieuwe plaatwerk. Zie je straks niets meer van, want het zit verborgen onder de kap.


Overigens heb ik één geluk: aan de andere zijde zit ook tenminste een hele spuitbus PUR-schuim...
Maar dat paneel zit er nog in!
Er was nog een wat naar karwei dat gedaan moest worden: het motorruim moest schoon. Dat was een aardige klus, die alleen met een flinke hoeveelheid wasbenzine gefikst kon worden. Veertig jaar vet en narigheid was op de wanden van onze Oude Dame neergestreken, en die moest er nu "even" af... Opnieuw met de beitel, plamuurmes en benzine aan de gang. En ziedaar het resultaat.





Een heel wat lichter motorruim, we moeten eens kijken of dat nog verder schoongemaakt kan worden! Want ook in "de lichtkoker" zit die zwarte aanslag van veertig jaren roet, vet, neerslag en vervuiling. Bij het opnieuw spuiten moet dat toch weg zijn!
Hoe het er uitzag voordat we hier aan begonnen? Nou, zo.

De plek waar de accu staat, weinig wit te bekennen...
Na dit werk moet er nog het een en ander gebeuren: het linkerpaneel moet nog uitgezaagd worden, en dan moet daar de grote hoeveelheid PUR-schuim nog weggebikt worden. En dat daar PUR zit, is duidelijk. Het gat in dat paneel spreekt in dat verband boekdelen...





jeugdpuistje van PUR...
Maar ook de accubak aan de linkerzijde heeft wat "paddenstoel-kwekerij-achtige neigingen". Eigenlijk is het bijzonder dat de huishoudaccu al niet eerder is "uitgestapt", want die plaat waarop dat zware ding staat was niet meer in zo'n hele beste staat.



Die accuplaat is nu schoongemaakt en de conclusie is dat er een nieuwe "Original-Deutsche" plaat in moet. Want anders komt bij een volgende rit de accu niet thuis en dat is natuurlijk niet de bedoeling!


Ondertussen is er wat slijp- en zaagwerkverricht, en is er gepast en gemeten. Dat had het volgende resultaat.





Dat betekent dat de "spijlbus" weer een dichte T2 is geworden, althans, zo lijkt het. De plaat zit met tangen en een lijmklem vast. De oplettende lezer ziet dat de raamrand is "meegenomen" in de vervanging, tegen de oorspronkelijke bedoeling in. Dat had twee redenen: de originele raamrand had toch een aantal gaatjes (en dat willen we niet), en op de raamstijl lassen is net iets makkelijker dan de hele plaat. De hitte van het lassen levert vervorming op. Overigens is er een mooie tube kit aangeschaft, voor het betere plakwerk: minder roestkans en geen vervorming.


Aan de andere kant was de plaat ook bevestigd met enkele griptangen, maar die hebben we er afgehaald: daar moest het een en ander schoongemaakt worden. Dat levert meteen een aardig "doorkijkje" in een VW-bus...



Het binnenspatbord is nog redelijk gaaf, alleen in het midden van de onderrand zit een slechte plek. Ik moet eigenlijk schrijven: "zat", want die plek is vakkundig van nieuw ijzer voorzien.


Er wordt met koper gelast: dat trekt minder en geeft minder hitte. De kans op vervorming van het plaatwerk is daardoor veel geringer.


Met de twee platen zijn we heel gelukkig: ze passen uitstekend, er hoeft niet "naar elkaar toe geklopt" te worden. De rechter is nog best een lastig verhaal: bij het hoekstuk van de bus komen drie plaatdelen bij elkaar, die allemaal met een felsrand aan elkaar gelast zijn. Natuurlijk houden de platen daarmee geen rekening... Martin heeft kans gezien dat op te lossen met het wegnemen van de middelste felsrand en vervolgens daar weer een stuk aan te lassen. Daarna heeft hij een en ander met een parker aan elkaar gezet, zodat straks het plaatwerk netjes in positie blijft.

doorkijkje...

Ik schreef al eerder: we gaan plakken. Het advies van de spuiter is dat je in dat geval alles goed in de primer moet hebben staan, je kunt er daarna niet meer bij. Dat wordt dus schuren: de zwarte beschermlaag moet van het plaatwerk af. Stevige klus, en dus tussendoor ook wat ander werk gedaan: het ontroesten van sommige delen in het motorruim (vliegroest) en de cabinevloer.


Na het schuren van de rechter zijplaat zag die er als volgt uit...


O ja, ook in de linker zijplaat zit een gat voor een benzinetank. aan de binnenkant zit daar een soort van metalen strip ingelast. Dat gat en die strip komen mooi van pas: daar gaan we straks het stopcontact maken voor de 240-voltsvoeding (zeg maar: de "walstroom") voor als we op een camping staan. Netjes weggewerkt, geen lelijke klepjes en friemeltjes aan de buitenkant.


Vervolgens zijn we op 26 februari 2016 naar Apeldoorn gereden om bij Meneer Sam een indringende babbel te hebben over boot- en buskussens. Er zal voor de bus een nieuwe "matras" voor boven in de bus komen, die wordt omhuld met dezelfde kleur Westfalia-stof die ook beneden in de buis aanwezig is: Geel-groen geruit.




dit wordt het: geel-groen
dit was het: oranje-groen
 Het is even uitzoeken wat prettig zou kunnen liggen, je hebt maximaal 5 cm. beschikbaar om een "matras" neer te leggen op de plaat boven in de bus. Maar als dat goed is, heb je een prachtige slaapplek met een schitterend uitzicht op de natuur...


Na dit uitgebreide onderhoud zijn we teruggereden naar Lelystad, heb ik mijn "kluskleren" aangetrokken en heb mij vervolgens verplaatst naar Marknesse, waar nog een paneel om te schuren staat. Dat betekent: masker mee, oordopjes, schuurmachientje en aan de arbeid. uiteindelijk is ook het linker paneel van zwarte verf ontdaan. Nu de binnenkanten van die twee panelen nog.
Maar dat moet een volgende keer, komende week kan ik daar niet aan de gang.
O ja, tijdens de werkzaamheden laat Martin mij een zuurstok-roze benzineklepje zien van een Kever. Dat zal de basis gaan vormen voor de nog te maken klep die de "walstroom-aansluiting" buiten beeld moet gaan houden. Ik zal de volgende keer even wat stopcontacten meenemen: het "ouderwetse", twee-polige met randaarde en het CEE-contact, dat ik ook nog heb. Kunnen we even stoeien met de maatvoering!
Achter dit nieuwe paneel gaat nog een nieuw stukje ijzer schuil: de nieuwe accuplaat die inmiddels is aangeschaft. Nog niet vast gelast, maar al wel in positie gebracht. Ook het nieuwe vulhalsrubber voor de benzinetank (aan de carrosserie-zijde) is binnen. Dat zal de benzinelucht in de auto aanmerkelijk verminderen! De vorige was op de haakse buitenbocht helemaal gescheurd (en dus zo lek als een mandje).


Tijdens het winter-bikkelweekend in Wieringermeer heb ik eens even gekeken hoe anderen het "walstroomprobleem" hebben opgelost. De één had een mooi klein stopcontactje onder de bumper aangebracht, een ander had de CEE-aansluiting onder de wagen, vlak voor het achterwiel. keurig zwart geverfd, dus bijna onzichtbaar. Maar vooralsnog denk ik het geheel nog steeds weg te werken in het ronde gat aan de linkerzijde. Geen klepjes aan de buitenkant, geen gaten in de auto die weer nieuwe roestkansen creëren. De stekkerdozen heb ik al teruggevonden in de stapel spullen in onze garage, maar het CEE-contact is een zogenaamd "vrouwtje". Dat zou betekenen dat daar een zogenaamde mannetjesstekker in moet, maar dan bestaat het risico dat daar spanning op staat en dat is natuurlijk te gevaarlijk. Hiervoor moet dus iets nieuws komen. Misschien wel zo'n klein contactdoosje... Of toch de vierkante witte stekkerdoos waar we altijd het snoer op aansloten. We gaan het zien.
Overigens best jammer dat we dat winter-bikkelgebeuren niet met de bus hebben meegemaakt! Maar dat moet maar even wachten, eerst die bus weer klaar.


Vrijdag 11 maart 2016
Bijzondere dag: de chauffeur is vandaag 62 geworden... En dus gaat de chauffeur maar aan het werk met de bus. Er is nog een boel te doen. De beide zijpanelen moeten aan de binnenkant nog geschuurd worden. Maar eerst doen Martin en ik een "rondje bus". Overal is Fertan op beschadigingen gesmeerd, zodat de roest wordt omgezet en verdwijnt. Dat levert schoon plaatwerk op waar straks netjes op gespoten kan worden. Er is ook weer een nieuwe accuplaat aan de "huishoud-kant".

Keurig vastgelast en -geplakt, je kunt er de bus aan optillen. Komt die accu ook weer netjes thuis als we op stap gaan... Aan de voorzijde zijn stukjes ingelast op plekken waar het staal wat minder goed werd, en het front is uitgedeukt. Daar zaten allerlei deuken van het reservewiel, dat te dicht op het front wordt getrokken als je het daar bevestigt. Ziet er weer een stuk strakker uit! Martin vertelt dat ook de motorbeplating voor een deel is weggenomen om er een stuk aan te kunnen lassen. We bespreken dat ik de rest ook zal wegnemen en mee zal nemen naar huis, zodat ook daar enige arbeid verricht kan worden. Ziet het torretje er straks ook weer netjes uit!
Die bus is een echte doorkijker geworden...


Beide achter-zijpanelen verwijderd, om ze te kunnen ontdoen van de zwarte beschermverf. Dan pakt straks de primer beter en daarmee ook uiteindelijk de laatste laag lak, die het busje weer een smoeltje moet geven.
We hebben de contactdozen ook even geprobeerd op die Braziliaanse plaat. De conclusie is dat het originele witte ding niet meer terugkomt: Het deksel is te groot om door het gat te kunnen. Montage zou betekenen dat je nooit meer een aansluiting met de stroom tot stand kunt brengen. Dat wordt dus een CEE-mannetjes-ding.


Ondertussen is er ook weer wat gelast aan het bus-restant (want zoals de dame er nu bij staat, kan je het nauwelijks een bus noemen). Kijk maar naar het front, waar het reservewiel meestal zit...
De deuken zijn er inmiddels wel uit. De bevestiging van het reservewiel moet dus wat aangepast worden, zodat dit probleempje verholpen kan worden.
Ook aan de linker accuplaat is het een en ander weggeslepen vanwege het bekende bruine duiveltje... Heel langzaam maar zeker wordt de bus steeds harder.


Intussen hebben we een ander "puzzeltje" opgelost. Er moet natuurlijk wel stroom gebruikt kunnen worden op de camping. Daarvoor gebruik je een kabel die je ergens in zo'n CEE-contact moet prikken (tenminste: in Nederland gaat dat zo). Aan de andere kant zat bij ons een "ouderwetse" contactdoos: zo'n witte-met-klepje, waar een contrastekker van een verlengsnoer in paste. Maar die doos past niet op de plek die we bedacht hebben: het dekseltje gaat dan niet meer open (en wij blijven verstoken van elektriciteit). Dat moest dus anders, maar vind maar eens een "mannetjes-CEEcontactdoos-met-dekseltje". Moeilijke klus! Ik heb daarom een "vrouwtje" een transgenderoperatie laten ondergaan en daar een "mannetje" van gemaakt en van een "mannetje" is er een dame gefabriceerd. Zo voorkom je dat je aan stroomvoerende delen kunt komen! Tevens zorg ik er zo voor dat de contactdoos waterdicht afgesloten kan worden met het klepje van CEE. Dat geheel komt achter de Braziliaanse tankopening voor de ethanoltank (links-achter). Netjes weggewerkt!


Ik moet er nog aan wennen: het slimme telefoontje is wat ziekjes: geen beeld en geen geluid en dus in de lappenmand... Dat betekent dat ik geen foto's maak, dus dit wordt een wat saai gedoe. Vandaag (29 april 2016) veel tijd gestopt in een "klepje" voor de stroomvoorziening. Het "stopcontact" (een omgebouwde CEE-stekker) kan in principe bevestigd worden in een waterdicht afgewerkte ruimte in de zijkant van de bus. Maar dan moet er wel een dekseltje voor, een "klepje". Dus vandaag heel netjes een mooi rond plaatje gefabriekt, nadat we hadden geconstateerd dat de scharnier van een benzineklep uit een kever een te grote veer heeft. Zouden we die gebruiken, dan kan er geen stekker in het stopcontact en hebben we binnen straks geen stroom. Dus: op zoek naar een andere oplossing. Andere scharnier, sluiting met een magneetje. Leuke puzzelklus!
Ook de wielen zijn aangepakt: ze waren al gepoedercoat, en in de naad van de velg heb ik nu verf gespoten met een injectiespuit. Ziet er perfect uit (helaas, waar is die foto???).


Zo, even de zaak afstoffen nu het inmiddels 1 juli 2016 is geworden. Vakanties zorgen soms voor vertraging, maar ze bieden leuk vermaak.
Vandaag is het "gevecht-met-het-klepje" voor het grootste deel geëindigd. Na wat geneuzel met wat verschillende keukenkast-scharniertjes hebben we bedacht dat je dit anders kunt oplossen. Met een slijptol op een autosloperij. Dus op naar GAOS in Emmeloord. Daar heb ik een mooie tankklep uitgezocht, die met een haakse slijper is verwijderd uit een Suzuki Alto. Vervolgens het geheel van het meegeslepen stuk spatbord gehaald (puntlassen doorboren, plamuurmes door de kit) en schoonmaken. Daarna begon het puzzeltje "Hoe zet je een Japanse benzineklep op de Braziliaanse carrosserieplaat van een Duitse bus"?  Dat werd dus heel erg passen en meten, een stukkie eraf, nog weer eens passen en meten, wat schuiven, nog een beetje slijpen, kortom: met z'n tweeën gezellig een hele middag bezig. We hebben gebruik gemaakt van ons "experimentele klepje", een mooi rond geslepen klepje dat (helaas) net iets te klein is. Met behulp daarvan hebben we de juiste diepte bepaald waar de scharnier moet komen.






Vervolgens hebben we ook onderzocht hoe die tot contactdoos omgebouwde stekker er in bevestigd moet worden, want dat vermaledijde ding besloot buiten het plaatwerk te gaan kijken. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, dus is het geheel aan een kant open geslepen, zodat die stekker er min of meer recht in kan. Doen we dat niet zo, dan kan straks het snoer er niet in, omdat dit niet langs de klep van de contactdoos kan.


Er is nog meer gebeurd. Het paneel aan de rechterzijde van de bus (waar de vulhals van de benzinetank zit) is definitief met de bus verenigd: met kit en laspunten is dit plaatwerk bevestigd, en dat ziet er erg mooi uit. ook is er een nieuwe deur (eeuwen geleden aangeschaft...) tijdelijk ingezet, waarbij het hang- en sluitwerk is aangepast, zodat het allemaal netjes komt te zitten.




Het "klepje" in het linker zij-achterpaneel.
klep open, stekker er in...
Zo, het is nu 8 juli 2016 en ik kan melden dat we weer een eind verder zijn. Eigenlijk is het constructiewerk klaar: er is nu een fraai klepje aan de linker-achterkant van de bus verschenen, met daarachter een omgebouwde CEE-stekker die bevorderd is tot contactdoos. Het maken van zo'n aangepaste voeding voor verlichting en koeling vergt heel wat denk- en probeerwerk, maar dan heb je ook wat.

Zo langzamerhand zijn we dus weer een stap verder op weg naar een mooie bus...

O ja, van binnen ziet het er zo uit...
Op de plaatjes bij het verhaal over "het klepje" zie je nu alleen nog maar de "ruwbouw", het moet natuurlijk allemaal nog netjes afgewerkt worden, en in een mooie laag beschermende lak gezet. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat deze "geweldige" constructie meteen aan het roestduiveltje ten onder gaat!





het hele "klep-geval" in de primer
Zo langzamerhand komen we waar we wezen willen: de kleurkeuze voor de bus. Na lang wikken en wegen is een keuze gemaakt die niet al teveel lijkt af te wijken van wat de kleur al was. 't Zal wel een heel fris en fruitig gezicht worden, maar ik houd dit nog even stil... In elk geval verwacht ik dat de naad tussen het linker achter-zijpaneel en "het klepje" minder prominent in beeld gaat komen door de kleur die dat naadje minder zichtbaar zal maken.


In elk geval zijn de eerste voorbereidingen voor de nieuwe laklaag in volle gang. Zie de foto!



dit was uiteindelijk de bedoeling

de binnenkant: heel veel laspuntjes...
Hoe mooi zit dat "klepje" er in...
Nog meer laspropjes...
Op 20 juli 2016 kwam er een verheugend berichtje vanuit Marknesse: ook het linker achter-zijpaneel is voorgoed met de bus verenigd. Vergezeld van wat foto-materiaal werd een goede indruk gegeven van wat de vorderingen zijn. Zo langzamerhand wordt het open "ding-op-wielen" weer een bus van de oude stempel, zij het dat er een aardige facelift heeft plaatsgevonden. Na het "klepjes-avontuur" zijn we eerst maar weer eens op stap gegaan met onze trouwe Beereboot. Voor het verslag daarvan kan je terecht op de pagina die gaat over het "hete noorden". Na onze terugkomst moest er nog meer gebeuren, en dus lag het werk aan de Oude Dame een poosje stil. Na al die "vakantieperikelen"(wat hadden we het weer goed getroffen) was er dan weer de gelegenheid om aan de slag te gaan. Dat heb ik gedaan, met diverse schuurmachines en handmatig. Voor het uiterlijk van de bus niet zo fijn, maar als voorbereiding op een nieuw laagje make-up niet verkeerd. Al die uurtjes "schuren-in-het-schuurtje" hebben dit gevolg gehad.


5 november 2016: het dak is nu ook geschuurd en de gootjes zijn zo goed en zo kwaad als het gaat roestvrij gemaakt. Nu moet het klapdak nog ontdaan worden van de meeste mono-urethaanverf, want dat krijgt dezelfde kleur als de bovenkant van de bus. Er moet nog een gat in de bestuurdersdeur gemaakt worden (voor de clignoteur die daar op komt) en we moeten een nader onderzoek instellen naar de bevestiging van het reservewiel. Dat zit nu te strak op de neus van de bus, die daardoor indeukt en ook scheurt. De bevestiging moet dus wat langer gemaakt worden. Daar zijn verschillende methoden voor en we kiezen natuurlijk de beste, want stel je voor dat je je eigen reservewiel inhaalt...


Het is de elfde van de elfde... Geen carnaval, maar weer eens een busklus. De bevestiging van het reservewiel op de neus van de bus was aan de beurt. De draadeinden die daar zitten zijn te kort, het reservewiel wordt helemaal tegen het plaatwerk aangetrokken als je dat op de bevestiging hangt en de moeren aandraait. Gevolg: deuken en op de duur gaten in het front. Dus hebben we die draadeinden vervangen door de bevestiging van een origineel VW-wiel. Dat kan je ook echte wielmoeren gebruiken, die centreren het wiel ook nog. Dat werd dus slijpen en vervolgens persen. Maar ze zitten er op en het reservewiel hangt nu vrij. Er komt nog een steunconstructie onder dat wiel, zodat er niet alsnog een deuk in het front komt, want "wie z'n neus schendt, schendt z'n aangezicht..."


Inmiddels is die meneer met die rare hoed uit Spanje er geweest en de dikke Amerikaanse kinderlokker met het rode jasje... We schrijven inmiddels 2017 en de spuiter komt in zicht. Maar eerst nog even dat steuntje onder het reservewiel. Op het plaatje is te zien dat dit straks, als de bus klaar is, bijna niet meer te zien valt: de buisjes waar het wiel op staat zitten onder de beschermhoes, het balkje waar ze aan vastgelast zijn zit achter het reservewiel.

Eind vorig jaar schreef ik ook al over het maken van een gat in de deur voor de richtingaanwijzer. Niet origineel, maar wel duidelijk, zeker als we ooit besluiten een trekhaak te monteren. Dat gat is inmiddels gemaakt: eerst twintig gaatjes boren, die aan elkaar verbinden en dan mooi rond vijlen...

Ondertussen worden de laatste lasklusjes gedaan. Hier en daar zitten nog gaatjes die er niet horen te zijn. Rondrijden met een kurk in al die gaatjes is niet zo'n goed plan, dus: lassen!  De afspraak met de spuiter is al gemaakt. Ik kan de bus begin 2017 komen brengen en vervolgens zelf het schuurwerk doen. Daarna wordt de bus strak gemaakt, wordt er weer geschuurd, komt er primer, nogmaals schuren en dan... Dan krijgt de Oude Dame een kleur.


En dan breekt 5 januari 2017 aan. Ik zit wat op het forum van de VCT2-club te prutten en verneem dat mijn bus verhuisd zou zijn... Ik kijk meteen in mijn e-mailbox en ja, daar staat een berichtje vanuit Marknesse: bus verplaatst, het was zulk mooi weer!
Op 6 januari ga ik daarom in de middag (nadat ik nog wat kleine klusjes in Marknesse heb gedaan) met wat ijzer naar Urk, want daar staat het kale wereldwonder: op Urk. Na een hartelijke begroeting van de mannen daar krijg ik allerlei instructies. Hun vertrouwen in mijn kunnen is groot: ik ga zelf de bus strak maken onder hun deskundige leiding! Dat wordt dus een hele middag plamuren en schuren (en dan is pas een klein deel gedeeltelijk van plamuur voorzien). Dat gaat dus wel even wat tijd kosten... Tegen de tijd dat de bus klaar is bestaat er een kans dat ik het Urker dialect ook kan volgen ...


20 januari 2017: na tweemaal autoruitenkrabben rijd ik om 8 uur de stad uit, de opgaande zon tegemoet. Mooi beeld!


Op Urk moet ik omrijden: de Arie de Witbrug staat in storing en vertoont rood en dubbel-rood licht met gesloten bomen en niet open. Iedereen moet terug. Toch kom ik waar ik wezen moet: bij de bus, voor een dag gezellig schuren en plamuren.
In de loop van de ochtend wandelt Riekelt binnen. Hij weet precies hoeveel werk het is, het strak maken van een bus. Hij heeft dat zelf het afgelopen jaar ook gedaan. En op dezelfde manier als ik: zelf de bus strak maken, en de vakmensen het spuitwerk laten doen. Het is bewezen dat je daarmee een zeer mooi resultaat kunt realiseren! Aan het eind van de dag ziet de bus er al een stuk beter uit, het voelt in elk geval al een stuk beter (die bus is nog nooit zo vaak gestreeld...).
de eerste stappen op weg naar een strakke bus...


In het eerste deel van de ochtend schuur ik nog met de (met perslucht aangedreven) schuurmachines, maar aan het eind van de ochtend stap ik over op het betere handwerk, met de "plank" wordt het overtollige plamuur weggeschuurd. Doe je dat met de machine, dan blijf je plamuren, en haal je dat steeds weer weg. Die machines schuren de bolling uit de zijkant, en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Bij het voorraam spuiten we een twee-componenten roestwerend middel op het kale staal. Dit spul heeft tevens een roestomzettende werking, en de sponning wordt daardoor mooi zwart. Het is immers de bedoeling dat er geen bruin op het wit verschijnt...
Om te zien of het werk daadwerkelijk strak wordt gebruiken ze een zwarte poeder die met een schuimplastic "poederdons" wordt opgebracht en uitgesmeerd. Je ziet er ieder richeltje en ieder gaatje mee. Door dat toe te passen kan ik goed nagaan waar nog wat geschuurd moet worden.
Inmiddels ben ik ook met het front van de bus aan de gang, omdat je steeds moet wachten op het uitharden van de plamuur. Terwijl het ene stuk uithardt, plamuur ik het andere deel zo goed als maar mogelijk is. maar ook daar loop je tegen de rondingen aan, en dat is nog best lastig. Misschien de volgende keer een rubber gebruiken?
Om 17:00 uur ga ik langzamerhand maar weer terug naar de aangrenzende polder, naar huis dus. Onderweg lijkt het alsof de wereld in brand staat.
de zon gaat onder ...
We zijn in elk geval op weg in de richting van de opbouw van de bus.


Een week verder is er een begin gemaakt met de "neus" van de bus en met de rechter zijkant. Daar zat bij de vulopening voor de benzinetank een heel naar stuk dat helaas alleen met plamuur weer strak te krijgen is. Dat betekent dus veel "boetseren", en vooral ook veel pogen om de naad die daar in het plaatwerk zit te behouden (lees: terug te brengen). Dit stuk blijft een lastig deel om strak te krijgen: het paneel vertoont nogal wat bobbels en die laten zich maar moeilijk wegjagen.


In de week van 9 februari 2017 was er slechts één dag beschikbaar om aan een strakke bus te werken. Die achterkant is best moeilijk, maar we vorderen wel. De ervaren handen van Jan of Lucas vinden nog steeds wat ongerechtigheden en daarom is het "plamuurgebied" maar wat uitgebreid, zodat de kans op strak werk wat groter wordt.
rechts achter, maar nog lang niet strak.


Intussen ben ik ook begonnen aan de schuifdeur en de deur aan de passagierskant. Ook daar is het gevecht met de bolling aan de gang... Af en toe betekent dat met de hamer een flinke klap op het plaatwerk geven, zodat het spul weer een beetje in het fatsoen gaat komen. Daarna maar weer de plamuurpot er bij. Als dat klaar is komen we uit bij het front van de bus. De bevestiging voor het reservewiel is inmiddels van de bus verwijderd (die ligt nu los in de cabine), zodat we een en ander mooi strak kunnen maken. Daar is een flink stuk ingelast, wat nogal wat vervorming teweeg heeft gebracht. Het is de bedoeling dat we die deuk eerst kleiner maken alvorens we gaan plamuren.


Inmiddels gebruik ik naast de plamuurmessen van verschillende breedtes ook wel het rubber, omdat je daarmee de bolling er mooi in kunt krijgen. Vervolgens moet met de plank geschuurd worden, want de machine maakt alles vlak... Kortom: ik ga me voorlopig helemaal niet vervelen!


Ondertussen krijg ik hulp van een busvriend (Riekelt) die het hele "klusje" ook al eens heeft gedaan. Hij zet zich aan de klus om met zogenaamde spot-reparatie de deuken te verwijderen die als gevolg van langsvliegende vogeltjes en laswerkzaamheden in het busblik zijn ontstaan. maar ook andere gereedschappen worden ingezet!

 Een rijtje van deze ringen, vastgemaakt aan de bus, en dan...


Stangetje er door...   En dan maar trekken... Uiteindelijk werk je het af met een "spotter": met behulp van elektriciteit "plak" je het apparaat vast aan de bus en met een gewicht haal je vervolgens de deuk er langzaam maar zeker uit.
Daarna is het een kwestie van zorgvuldig de laatste kleine deukjes opvullen, en zo krijg je weer een mooie strakke carrosserie.




Het werk gaat rustig aan verder. De afgelopen week (24 februari 2017) heb ik weer acht uurtjes besteed aan allerlei werkzaamheden aan de schuifdeur. Daar zat een rare bobbel in, vlak achter de deurkruk. Ik kreeg het er maar niet uit, maar Jan wist wel raad: die bult moet eruit gekrompen worden. En dus komt er weer een groot apparaat bij, waarmee je met behulp van elektriciteit een plaat kunt krimpen, zodat een
bobbel langzaam maar zeker verandert in een deuk. Want dat is het motto van de plaatwerker: liever een deuk dan een bobbel. Deuken werk je gemakkelijker weg. Ga nou niet expres tegen een paal aanrijden, want dat is natuurlijk weer veel te heftig!
Die schuifdeur... 'Da's een hele klus waarvoor je veel geduld moet hebben. Ik begreep dat je daar gerust drie dagen aan kunt werken, voordat zo'n deur strak is... En dan moet er nog een primer op... Maar vooralsnog is die nare bobbel al een stuk kleiner en ook de bobbeltjes aan de onderzijde van de deur zijn minder aanwezig. Zo'n deur ziet er tijdens het werk zo uit:


Intussen heb ik als afwisseling ook een begin gemaakt met de voorkant van de bus. Daar waar het reservewiel straks het meeste gaat verbergen, maar waarvan ik toch wel graag zie dat het netjes wordt afgewerkt.
Een lastige plek, met rondingen in alle richtingen, hoe krijg je dat nu strak? Enfin, eerst maar eens de vervormingen eruit gehaald met de spotter (maar dat deden we de vorige week al), en vervolgens een eerste laag plamuur er op. Van die grijze, die wordt na verloop van tijd kei- en keihard... Daar gaat de fijnere afwerklaag overheen. Kortom: die bus is nog lang niet af!
Ik had ook nog een reservewiel dat naar de spuiter moest. Dacht ik. Maar jet is niet het reservewiel, maar één van de vier waarop de bus normaliter zich voortbeweegt. En er moest zilverkleurige poedercoating op... Dus kwam het ding compleet met een deuk terug in een parelgrijs kleurtje... en nog niet mooi ook, dus dat moet even over...

kleur niet helemaal goed...



En toen kwam er even een pauze. Ontstekinkje in het pootje, staan gaat bijna niet. Dus maar even wat "rustige" klussen thuis, totdat de pijn weer weg is en de pilletjes hun werk hebben gedaan. Betekent natuurlijk wel weer wat vertraging, ook al omdat er de komende weken steeds wat is op de vaste klusdagen. Maar dat is nu eenmaal niet anders.


Toch maar even een plaatje van hoe de bus er nu uitziet, want anders vergeten we straks hoe het verder moet...
Laagje na laagje verdwijnen de deuken die zijn ontstaan door het lassen. Intussen ziet het front er al weer anders uit en zo langzamerhand komt de spuitcabine in zicht. Dan zal er weer een schuursessie moeten plaatsvinden, want dan komt er een laag primer op de bus. En daarna? Als het goed is pastelwit en (ja, je raadt het al): RAL 8017, in goed Duits Schokoladenbraun (ik denk dat dit niet vertaald behoeft te worden... De bus ziet er nu zo uit:







dichterbij wordt het plaatje zo:



Drie weken werk om de deuken weg te krijgen, maar het lukt aardig!

2 juni 2017.
Vandaag was het zover: de eerste lagen lak zijn aangebracht!

Hier wordt gewerkt aan de tweede laklaag, nadat er tweemaal ook een laag primer was aangebracht. Na het spuiten heb ik de feestverpakking weggehaald en kon ik genieten van een interieur dat eindelijk weer één kleur had...
Nu de rest nog, en dan kan het opbouwen van start gaan. O ja, er moet nog wel even een dak gespoten worden en wat bumpers... En natuurlijk de "kleppen": de deuren, de achter- en de motorklep.

Zonder de cadeauverpakking zag de bus er na de spuitbeurt zo uit:

















Op 6 juli 2017 (we zijn eerst even weggeweest met het dakloze rode ding en het bootje) heb ik de bus fijn geschuurd en de ramen afgeplakt. Die vrijdag daarna reed ik met het meisje naar het verre Limburg, terwijl op die warme dag de bus in de spuitcabine stond. En daar veranderde de bus in een soort van grijs-gewolkt voertuig: de primer kwam er op. Dat leverde mooie plaatjes op!
Na het aanbrengen van de primer met daar overheen een licht, zwart gekleurd waasje (vandaar het grijs-gewolkte effect, bedoeld om goed te zien wat je wegschuurt en waar aan je nog aandacht moet geven) kwam de volgende klus: handmatig schuren met korrel 360. Twee dagen zwoegen. Het nadeel is dat je er moe van wordt, en het grote voordeel is dat je ieder plekje op de bus ziet. Dus ook dat krasje, dat deukje en dat roestpikkeltje die aan de plamuur ontsnapt leken te zijn. Geen probleem: dat kan nu nog hersteld worden, dus dat is een mooi klusje. Nu doen, dat voorkomt later teleurstelling...
Hier wordt geschuurd...



Volgende week gaan "de kleppen" er in, en komt korreltje 500 aan de beurt. En daarna? Kleurtje!
Dat plaatsen van de "kleppen" duurt bijna een dag. We moeten er nog even voor naar Marknesse, een onderdeeltje ophalen. Dat doen we in stijl met de mooie groen-witte T2a van Riekelt.

En dan breekt 28 juli 2017 aan. Het is vrijdag, maar tegen de goede gewoonte in zal er vandaag wat kleur op debus komen: we gaan de bovenkant van de definitieve kleur voorzien. De onderkant is onderwerp van discussie: niemand is het eens met de kleurkeuze, maar iedereen weer dat we er toch mee doorgaan. Is de kleur fout? Dan doen we het anders. Maar eerst en vooral zien wat het gevolg van de eigen keuze is. Maar laten we maar even plaatjes kijken...
dichtgeplakt met "kranten"...























Zo staat de bus in de spuitcabine. Dat had even wat voeten in de aarde: het regende steeds en de bus moet eerst naar buiten voordat 'ie de spuitcabine in kan. Iedere keer dat we dachten "nu!", begon het weer te plenzen. Maar het is gelukt!
Pastelweiss in wording

En daar staat de pot met verf. Die moet er op, maar eerst na het mengen. Vooral veel wit, een beetje roodbruin, wat okergeel en wat donkerblauw, dat alles leidt tot Pastelweiss, L90D in VW-termen.


















En dan gaan we spuiten, althans: Lucas doet dat. Ik kijk (buiten de cabine) toe hoe het dak van de bus in hoog tempo een kleurtje krijgt. Tweemaal, 1,5 liter verf gaat er op.










Zie daar: het eindresultaat: een glanzend dak in een mooie off-white kleur. Het wordt steeds meer onze vertrouwde bus. Volgende week het andere kleurtje? We zullen het zien!

Op donderdag 3 augustus 2017 is de gehele dag besteed aan het schuren en opvullen van de laatste deukjes en kuiltjes.

En dan komt de vrijdag: nieuwe cadeauverpakking en de spuitcabine.

verfje

op de knieën voor een bus...
















chocolademelk met slagroom...
Zoals men kan zien: de bus is keurig terug op de oude kleur: chocoladebruin (RAL8017) met boven L90D (Pastelweiss)... Nu de losse spullen nog, en dan kan het opbouwen beginnen.




Er moesten nog wat losse zaken van een kleur voorzien worden, en ook de instap en de "richeltjes" hadden wat nabewerking nodig, daar kom je niet met de verfspuit... Uiteindelijk ontstaat er een soort van super-hoogglans!




Ook de bumpers hebben weer een mooie kleur, en ook de houder voor het reservewiel, die we hebben aangepast om te zorgen dat die het reservewiel niet meer tegen de voorkant van de bus trekt. Ook steunen op de bumper is verleden tijd: op de balk in de bumper is een steun bedacht waar de band op komt te staan.











scherpe kleurranden en witte bumpers: dat was nou precies de bedoeling! En dat alles terwijl wij met het bootje op stap waren!

Die losse spullen, da's nog een hele vracht werk. Het dak, de bagagebak, de voor- en achterbumper, het grilletje, de houder (twee delen) voor het reservewiel, de kachel (eveneens twee delen). Kortom: daar ligt nog aardig wat werk en tussendoor is er ook nog een
vakantiesluiting... Het verhaal wordt dus nog wel vervolgd.

























En dan komt er een nieuwe foto, nadat ik gevraagd heb of de bus naar Marknesse kan worden gebracht. Die vraag is dan weer ontstaan omdat dat verzoek vanuit Urk is gedaan, want die bus moet daar nu echt weg. Dat heeft tot gevolg dat vier foto's binnenkomen...






De bus wordt verplaatst, en dan kan het opbouwen beginnen.... Een dag doorwerken levert dan het volgende plaatje op.




Het begint zowaar weer op een bus te lijken! Natuurlijk is er nog van alles te doen: het dak moet nog afgewerkt worden, de motorbeplating - ook gerepareerd en van een mooie poedercoating voorzien - moet weer worden aangebracht en het hele interieur moet weer in de bus. Maar we zijn weer op weg!

Ondertussen ben ik bezig met een andere hobby: het bootje. En tijdens het bootje-varen komt er een bericht binnen dat Riekelt aan het schuren is: de glans moet van het dak af... En als dat helemaal weer klaar is (met een mooi, nieuw laagje lak er op) dan kan het opbouwen voluit verder gaan! Maar eerst dus die lak...




donderdag 28 september 2017
Ondertussen verneem ik dat er de komende tijd nogal wat drukte in de spuiterij is. Dat leidt er toer dat het weinig zin heeft om het dak en de bagagebak te gaan fijnschuren, omdat daarna binnen enkele dagen de lak aangebracht moet worden (of je moet opnieuw de nodige stofwolken gaan maken). Dus dan maar naar Marknesse, waar ook wel wat werk ligt te wachten: de geluidsisolatie bijvoorbeeld, die nog moet worden aangebracht, de motorbeplating, die nodig weer aan de motor moet, de kabelboom die nog in de feestverpakking zit, kortom: werk genoeg!


Na twee dagen flink doorwerken is dit het resultaat.


De goede kijker ziet zelfs de anti-dreunvoorziening tegen het cabinedak. Dat spul - dat overigens vlijmscherpe randjes heeft - moet er voor zorgen dat de beplating van de bus niet gaat resoneren en samen met een laag geluiddempend schuim wordt het aanmerkelijk stiller in de bus. Van binnen krijgt dat een aanblik waarvan al is gewegd er niets meer aan te doen, het lijkt wel een soort van terazzowerk-aan-de-wand (maar dan in schuim).
Dat geeft onderstaande aanblik.


Tussen de balken zit het schuim, de binnenkant van de balken is behandeld met het spul uit de spuitbus die daar staat: Waxoil. Dat moet de roestvorming in de bus (aan de binnenkant als gevolg van condensvorming) tegen gaan. De meer kritische punten zullen worden behandeld met een andere oplossing. Die heeft de neiging om overal tussen te kruipen, zodat vocht op die plekken onmogelijk wordt.


Voor de binnenkant van de deuren zal een andere geluiddempende oplossing bedacht moeten worden, omdat daar veel minder ruimte is. Immers: de portierramen en de slotmechanieken zorgen er voor dat de aanwezige ruimte gevuld is. Ik overweeg daar tempex ("piepschuim") te gaan gebruiken, zoals dat van oorsprong ook al door eerdere eigenaren in de bus was aangebracht. Natuurlijk komt het pur-schuim niet meer terug, want dat leidt beslist tot narigheid.
Ik schreef al dat geluiddempend schuim is gebruikt, dat ook de warmte tegenhoudt. Dat is het  materiaal waarvan de foto hierna iets laat zien (op de doos een stuk van het schuim).



Woensdag 4 oktober 2017
Terwijl ik op mijn werk zit komen er foto's en een videootje binnen van een glanzend dak...



Hoogglans, ook op het hefdak van de bus... En: in de kleur van de bovenkant, dus niet dat pure wit. Dat leek ons fraaier voor het beeld.







 de spuiter aan het werk...

26 oktober 2017... De bus staat al twee jaren stil, maar langzaam maar zeker gaat hij weer op een bus lijken. Vandaag zijn we weer lekker bezig geweest met rubbertjes en zo, maar ook met het dak. Want dat is natuurlijk een spannende operatie: het grote klapdak moet er op zonder dat we krassen in de nieuwe lak maken en zonder dat het dak ergens een harde landing maakt. Als methode hebben wij de heftruck ingeschakeld. Lange lepels, en het dak er onder laten hangen. Ongeveer in de opgeklapte stand, dat leek ons wel handig. Op die manier hebben we een uiterst zachte landing laten plaatsvinden (je kunt er je pink tussen leggen, zo zachtjes is dat gegaan).
Het dak in de takels...

Nieuwe boutjes om het geheel vast te zetten. We hadden het keurig uitgemikt.

Het begint er al weer wat meer op te lijken...
Behalve het dak is ook de afdekking van de schuifdeurrail weer aangebracht. Daar hoort een zwarte bies bij, die helaas wat is gekrompen. Daar heb ik een mooie oplossing voor bedacht met een stukje installatiedraad.
Vervolgens heb ik me bezig gehouden met het aanbrengen van allerlei rubbers, zowel nieuwe als gebruikte. Voor het motorklepje een nieuw rubber, met als effect dat het klepje weigert te sluiten. Dat is weer opgelost met een kleine operatie van het slotje, omdat de slotvanger op z'n uiterste stand nog niet deed waarvoor hij mee mag in de bus. Dat valt trouwens nog flink tegen, die rubbers weer terugplaatsen!

18 november 2017
Om te zeggen dat de bus wind- en waterdicht is gaat te ver, maar er zijn al weer vijf ruiten geplaatst. We hebben de strijd met de nieuwe (wat stugge) rubbers gewonnen en tussendoor nog wat andere klusjes gedaan. Zo probeerden we een nieuw apparaat uit waarmee je onwillige banden op een velg kunt monteren met een hele harde luchtstoot. Maar een plaatje van de bus...
met alleen een voorruit

met wel vijf ruiten...
De ramen van de deur en het raam tegenover de louvre moeten er nog in, maar daar moeten ook alle rubbers nog aangebracht worden.

Inmiddels is het 13 december 2017. Alle ramen zitten er weer in, de benzinetank is teruggeplaatst et een nieuwe rubberen vulhals. De oude - die pas 40 jaar was geworden - had een "klein" scheurtje en als je benzine tankte was dat in de bus goed te ruiken. Dat zal nu wel over zijn. Ondertussen hebben we bedacht dat de thermostaat teruggeplaatst moet worden. Die was tijdens het verblijf bij de voorgaande eigenaar uit het koelhuis verdwenen. Dus spulletjes bij elkaar gezocht. Gaan we de komende week doen. We naderen het moment dat we weer kunnen rijden steeds dichter, maar dan moet er nog het een en ander worden afgebouwd. Voorlopig ben ik nog niet klaar!

Vrijdag 22 december 2017
De afgelopen twee dagen is er weer aan de bus geklust. De bagagebak is aangebracht, en dat is meteen een heel ander gezicht. Het lijkt net of de bus klaar is, maar ach: wil je vooruit dan heb je wel iemand nodig die de bus kan duwen, want de motor hangt nog aan de bok. 
In de cabine is isolatie aangebracht: een laag piepschuim aan het plafond. Dat viel eerst steeds naar beneden, je snapt zowat niet dat de zwaartekracht vat heeft op dat lichte spul...
Gisteren hebben we ook het aanbrengen van een motorthermostaat voorbereid: die ontbrak in het torretje met het opschrift "Brazil"... Bedieningsstangetje door het gat tussen de twee cilinders door laten zakken. Lastig klusje: er zat geen bevestigingsmogelijkheid onder in het carter, dat moeten we dus nog even maken: gat boren, schroefdraad tappen, draadeindje fabrieken en beugeltje aanbrengen. Dat kost dus tijd... Dan de verbindingsstang met vier veertjes vastzetten op de beugeltjes van de luchtklepjes. Tot slot nog een terug-trek-veer tussen motorbepaling en verbindingsstang aanbrengen. Gelukkig zijn er tangetjes... En daarna de motorbeplating. Lastige klus hoor, al die stukken die er niet tussen willen, of verbuigen. Heb je alles opgebouwd en dan ontdek je dat het niet goed is gegaan: de volgorde moest anders... Dus de kachelpotten slopen, en er weer op, maar nu zo dat de bevestiging van de onderplaat aan de bevestigingspunten van de kachelpot vastgemaakt kunnen worden. Maar we zijn nu zover dat de kleppen nog gesteld moeten worden en dan kan de motor er in. En daarna gaat het afbouwen beginnen. Maar dat komt pas volgend jaar...

vrijdag 19 januari 2018
Vandaag maar weer eens even naar de bus geweest om het werk weer op te pakken. Er is al lang niets gebeurd. De motor staat klaar voor inbouw, dus maar eens even aan de gang met anti-dreun op de vloer. Martin suggereert dat het verstandig is een nieuwe keerring achter het vliegwiel te plaatsen. We kunnen er nu goed bij. Dan moet de motor wel eerst van de bok, dat gaan we de komende week doen.
Plaatje van vandaag:
de zilveren vloer...
donderdag 25 januari 2018
Volgens mij hebben we de afkoelingsperiode voor het kleppenstellen redelijk goed in acht genomen: het torretje heeft ruim twee jaar geleden voor het laatst gedraaid... Dus de kleppen maar eens gesteld (die van de uitlaatpoorten zaten veel te strak). Nieuwe pakkingen op de kleppendeksels en daarna de motor van de bok gehaald. Zoiets doe je met de heftruck...
Vervolgens is er een nieuwe keerring achter het vliegwiel in gezet.






Morgen maar eens zien of het motortje in de bus wil. Inmiddels is ook de busbodem geïsoleerd en de anti-dreunbeplating aangebracht. Alleen het motorruim moet nog.

En de dag erna hebben we de motor in de bus gezet. Daaraan vooraf ben ik met m'n luie lijf nog even in het motorruim gekropen om de laatste anti-dreunplaatjes aan te brengen. Vervolgens hebben we de bedrading van de motor (ontsteking en accu) aangesloten, een nieuwe benzineslang met filter geïnstalleerd en daarna was het starten en... Jawel meteen ook lopen, en dat na ruim twee jaar zagen, lassen, schuren, lakken en weer opbouwen. Nu de rest nog... Maar het torretje gaat mooi rond! Als je goed kijkt, zie je de damp uit de uitlaat komen. Ook de kachel zit al weer vast aan de vloer, maar die gasleiding... GRRRRR!!!!

9 februari 2018 Het is erg koud, maar met een terrasheater in de rug slaag ik er in de motorbeplating aan te brengen. Wel een gevechtje, maar ik win uiteindelijk altijd... Ook de kachel is weer geïnstalleerd en de gasaansluiting zit weer vast. Was wel even een "dingetje"... Nu m oet de in-/uitlatcombinatie van de kachel er nog op, maar het plaatje waarmee dat ding bevestigd moet worden is zoek. Gelukkig zag ik op internet dat dit gewoon een rond metalen plaatje met een gaatje in het midden is. Kunnen we dus wel namaken. Volgende week maar even doen... Ook heb ik de eerste stappen op het pad van de roestwering gezet: de nieuwe delen staan dik in de tectyl.

16 februari 2018 Vandaag wordt het oude spul getaxeerd. Dan moet het torretje ook even draaien...


wolken van genot...
Daarna eens even met het kacheltje bezig: het plaatje lag "gewoon" in de bus... Dus de in-/uitlaat onder de bus gezet. Vervolgens de plafondplaat op z'n plek gelegd en vastgeschroefd. Want daaraan moet de dakkast opgehangen worden. En da's een dingetje: op een gegeven moment wilde ik de bus wel op de kop leggen, want het wilde allemaal niet passen. Verkeerd gedaan dus: eerst de beugels losjes aan de kast en dan aan het plafond. Daarna alles goed vast zetten. Kunnen we de komende week weer aan iets anders gaan werken... O ja, het motorrubber zit er ook in, maar ik ben daar niet helemaal gerust over.

3 maart 2018
De afgelopen twee dagen in de ijzige kou aan de bus gewerkt. Dat gevoel over dat motorrubber was dus goed: het moest er anders in. Op het forum van de "bussenclub" VCT2 had ik gevonden dat de uiteinden van het rubber bij het slot van de motorklep moeten zitten en de gladde kant naar onderen. Eigenlijk wel logisch, als je over na gaat denken.
Intussen kan aan de achterzijde van de bus het merk al weer gezien worden:

Na wat passen en meten bevestigd...
In de loods is het te koud om te gaan tectyleren. Bij 1 à 2 graden boven nul vloeit dat goedje immers niet en dus gaan we maar verder met het plaatsen van de kasten. Naast de plafondkast is de achter-zijkast neergezet en bevestigd, en inmiddels ook de voorraadkast (die ook het gasstel herbergt). Er liggen weer kussens in de bus, het lijkt wel of je er zo mee weg kunt. Een koelkast heb je met dit weer immers toch niet nodig...
De ombouw van de kachel heb ik er ook maar op gezet, want dat gesleep met die twee stukken ijzer werd wat vervelend. Nu de kast nog waar de koelkast en de watervoorziening in ingebouwd zijn, en het deurtje dat de gasflessen aan het zicht onttrekt. Het lijkt net echt, die bus.

9 maart 2018
Weinig plaatjes. Wel veel tectyl-met-olie-mengsel, dat overal uit allerlei naadjes en gaatjes van de bus druipt. Alle kasten zitten er weer in, de gescheurde ashoes (rechtsachter) is vervangen (de homokineet ook). Dat was een heel gevecht: eerst van de aandrijfas af (met een pully-trekker) en daarna er weer op (met een hydraulische pers). Verder bezig geweest met het terugbouwen van het gootsteentje en het weer aanbrengen van de veiligheidsgordels bij de achterbank. O ja, er was ook nog een restje te tectyleren bij het motorcompartiment. Nu de electriciteit nog, en de gasaansluiting.

16 maart 2018
De afgelopen twee dagen lopen priegelen met boutjes in de motorbeplating. Vast bedacht door een heel naar mannetje... Het past allemaal net niet, maar uiteindelijk is het toch voor elkaar. Ook alle lampen aan de buitenzijde geven weer licht: geel, oranje of rood... De eerste spatlap hangt er aan (nu nog maar aan één plaatschroef) en er is een langere kabel aan het slotje van "het klepje" gekomen, zodat ik nu dat klepje kan openmaken zonder helemaal het motorruim in te duiken. De koelkast heb ik maar even op de plek gezet waar het ding hoort, dan is er wat meer ruimte in de bus. De APK komt langzaam maar zeker in zicht...

29 en 30 maart 2018
Na het priegelen komt natuurlijk het APK-klaar maken aan de beurt. Alle lampen moeten het weer doen, de ruitenwissers moeten wissen en de ruitensproeier moet sproeien. Dat lukt redelijk, maar waarom vertikken die wissers het? Na enig zoeken bedenk ik iets over een stekker... De radio er uit getrokken levert een helder zicht onder het dashboard op: stekker ligt los. In elkaar geduwd en... heen en weer, heen en weer, hee..... Die doen het dus. Maar die verstraler aan de rechter kant? Daar zat toch geen blacklight? Het is behoorlijk zoeken, er komt een nieuw lampje, maar nog steeds een kwestie van "halo, geen licht"... Verder zoeken, even kijken bij de zekeringenkast. En daar zit een wit 8 A. boosdoenertje-met-gebroken-stripje. Juist: defecte zekering vervangen en zie daar: licht!
Dan maar weer verder met de binnenpanelen. De deurpanelen worden geplaatst nadat de folie weer aan de deur is bevestigd. Als de panelen er in zitten (er missen wat klemmetjes, maar die kunnen gelukkig worden aangevuld) ga ik verder met de andere panelen bij de bank in het midden van de bus. De strips hiervoor plak ik met carrosserietape vast, dat voorkomt beschadiging van lakwerk. En daarna is er nog een aardig klusje onder de bus: een restje tectyl en terugplaatsen van doppen en het aanbrengen van 4 spatlappen. Dat kost behoorlijk veel tijd: er moeten wat aanpassingen aan de spatlappen gedaan worden, en aan de bevestigingsbeugels. Klusje hoor!
Ik realiseer me dat de  mistachterlamp nog wel moet worden aangesloten. Maar eens even op zoek naar de juiste kabeltjes, de komende week...

5 en 6 april 2018
Eerst naar de notaris voor de watersportclub, en daarna naar de bus. Kabeltjes zoeken... We ontdekken een loshangende grijze kabel, die wel in de zekeringenkast eindigt. Daar wordt een stekker aan gemonteerd, en die wordt verbonden met een andere kabel, waarvan proefondervindelijk is vastgesteld dat die communiceert met de mistlamp. We hebben rood licht achter de bus... De aandacht wordt even verlegd naar de schopplaat op stuurboord, waar nog een luidspreker in moet. Het gat daarvoor is er ook nog niet, maar dat is een betrekkelijk gering probleem. Even later is de luidspreker aangesloten. Dan is de radio aan de beurt. Ook al weer een losse kabel, die aangesloten wordt op zekering 9 in de zekeringenkast. De speakers kraken dat het een aard heeft. Even later komt er zelfs muziek uit de "geluidsinstallatie".
Onder het dashboard moeten nog wat schroefjes en moertjes worden aangebracht en moeten de bamboerekjes weer worden opgehangen. De "overtollige" draadbossen van huishoudsnoer worden tijdelijk "opgeborgen".
We spreken af dat de komende week onderzocht zal worden of er al een APK kan gaan plaatsvinden. In elk geval werken alle lichten rondom, sproeit de sproeier en wissen de wissers. Kotom: wij zijn er klaar voor!


10 april 2018
Een bijzondere dag. Terwijl de chauffeur op zijn werk zit wordt de Oude Dame weer goedgekeurd voor deelname aan het verkeer. De APK is binnen na ruim twee jaren van sleutelen, schuren, lassen, plamuren, spuiten en opbouwen. Nu de energievoorziening nog regelen en verder afbouwen. Halen we de tweede week van mei? We doen ons best!
In elk geval gaat veel dank uit naar Martin voor het verleende onderdak en de vele hulp die hij gaf, en naar de mannen op Urk voor de mooie kleur en diepe glans (jammer dat ze die kleur zelf niet zo waarderen...).
Ondertussen is er een nieuw busje bij (maar daar kan je niet in zitten...)




het modelletje uit Asperen...








20 april 2018


Eindelijk is het dan zo ver: na 910 dagen werken kan ik de bus gaan ophalen om hem thuis verder af te bouwen. Het interieur zit er grotendeels al in, maar al die kabeltjes met hun aansluitingen... Vol goede moed rijden we naar Marknesse, en halen daar de bus op. De tank is bijna leeg, dus vandaar gaan we eerst maar even naar de benzinepomp. De tank wordt gevuld, en dan...
Er lekt allemaal benzine, roept het meisje, en ja hoor: onder de bus is een soort van waterval aan de gang met de zo kenmerkende geur van benzine.
Zo is het niet verantwoord om te rijden, de bus moet op een "pechwagen" terug naar de plek waar we hem hebben weggehaald. Dat duurt even, want die is niet meteen beschikbaar.  Dan gaan we terug naar de garage. Daar zetten we het lekkende voertuig, nadat dit van de wagen is gekomen voor de deur en de sleutels worden bij Martin bezorgd. Dit is echt vervelend: de motor zal er weer uit moeten, want de aansluiting van de vulhals op de tank is niet goed. En dat zit allemaal achter de "fire-wall", een metalen plaat achter de motor die alleen verwijderd kan worden als de motor niet in de bus zit.


























Dit is wel erg teleurstellend, dat had ik eerlijk gezegd niet ingecalculeerd... Maar ja, oude auto's...


Maandag 23 april 2018
Oude auto's, ze zijn verrassend. Of is dat de inzet van Martin? In elk geval belde hij vandaag rond een uur of zes: de bus is weer klaar! Het probleem zat precies daar waar ik het had verwacht: de mof op de aansluiting van de tank was volledig los, de benzine ging met dezelfde snelheid de straat op. Dat is nu weer opgelost en morgen gaan we een nieuwe poging doen om de bus naar Onze woonplaats te krijgen.


Dinsdag 24 april 2018
Zou het lukken op de dag dat mijn vader altijd jarig was? Terug naar de andere twee vriendjes? Als we aankomen staat de garage vol met een mini en een mooie Amerikaanse bus (een T2a). Daar moet nieuwe bedrading in. Tussen al dat moois staat de Oude Dame te glanzen. We gaan het maar eens proberen.
Onderweg geniet ik er van om eindelijk weer achter het grote stuur van de bus te zitten. Het geluid is wel veranderd, dank zij alle dempingsmateriaal. De bus is nog niet af: er moet nog bedrading in aangebracht worden, zodat de koelkast weer op de stroom kan en de binnenverlichting weer kan worden aangebracht en kan branden. Maar na en rit van zo'n 42 kilometers zonder enig probleem komen we dan eindelijk na twee en een half jaar thuis met de bus, die meteen naar binnen gaat, want het begint wat te spetteren. En na die actie staat het wagenpark er zo bij.


Al ons oude blik bij elkaar in één hok
Ik ben er erg blij mee!



2 opmerkingen:

  1. Tjonge jonge, wat een geduld en wat fantastisch gedaan. Tof hoor Johan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een hobby is een mooie tijdspassering. Ik geniet er elke keer weer van, dus dat geduld valt wel mee. Maar binnenkort wil ik wel weer rijden!

    BeantwoordenVerwijderen