Na het mooie bus-avontuur in Witterzomer (de naam Regenzomer zou daar beter passen, want je kon daar varen met busjes) zijn we weer met onze oceaanstomer op stap gegaan. De Beereboot werd weer ingepakt en gereedgemaakt voor een nieuwe expeditie: het rondje Flevoland. Het idee was als volgt:
De gevaren route: Kampen-Elburg-Zeewolde-Spakenburg-Almere-haven-Lelystad-Biddinghuizen-Ketelhaven-Kampen.
We hebben 220,1 km. gevaren, de vaartijd was 28 uur en 42 minuten, en we hebben 41,6 liter brandstof verstookt. Er hebben geen bruggen voor ons gedraaid, wel moesten we door 7 sluizen.
Woensdag 9 september 2015
De boot is weer helemaal ingepakt, de temperatuur is beter dan in het afgelopen weekend, en ook het weer ziet er wat vriendelijker uit. 22 graden bij een oosten windje kracht 3 met goed zicht, terwijl er niet al teveel vocht in de lucht zit (56%) en een luchtdruk van 1021 mB lijken aan te geven dat we mooie dagen tegemoet gaan. In ieder geval gaan we vertrekken, en we hebben verzonnen dat we dat doen via het Kattendiep en de Stroomgeul. Het is daar altijd zo mooi, met al die eilandjes en de watervogels. Bovendien heb je dan een mooie, haakse oversteek over de vaargeul vanuit de IJssel, met goed zicht op de scheepvaart die er uit komt en er in gaat.
Zo varen we in een rustig tempo naar de monding van de IJssel, en vervolgens door de Stroomgeul. Maar als we aan het einde het Ketelmeer op willen, staan daar de gele tonnen met het verbodsteken er boven op: verder varen mag niet. Het kan ook niet: voor de hele geul langs ligt een lange persleiding op drijvers, en het is daardoor onmogelijk om de geul te verlaten. We moeten dus terug naar het begin van de geul (een stukje "afsteken" is niet mogelijk, want het is buiten de vaargeulen uiterst ondiep). Dat wordt een omweggetje van een kilometen of vijf, zes, bijna een uur varen... Dat geeft ons dan wel weer de mogelijkheid te genieten van de zeearend die daar woont, en om de visarend te zien die hier ook zijn verblijf houdt. Kortom: het is geen straf om een keer terug te moeten.
In een gezapig tempo varen we terug, naar het Kattendiep, gaan daar bakboord uit naar het Ketelmeer, en steken na enige tijd varen de geul van de IJssel over. We draaien bij naar bakboord en belanden in het Vossenmeer. Het is altijd weer leuk om aan de andere kant van de rietkraag in de richting van de Roggebotsluis te gaan. Als we die naderen moeten we even wachten, maar en kleine tien minuten later varen we het Dronter Meer op. Het is heerlijk rustig (we lagen met z'n drieën in de sluis) en we gaan langzaam verder, al genietend van wat het landschap ons te bieden heeft.
We passeren het eiland Reve (waar de spoortunnel onder het meer doorgaat en waar straks de Revegeul zal uitmonden in het Dronter Meer) en even later, iets meer dan zes kilometer na de sluis, meren we ons bootje op de aanlegplek "Kleine Zwaan", een idyllisch plekje achter een heel klein eilandje, waar je heerlijk rustig de nacht kunt doorbrengen.
Dat is dus ook precies wat we daar doen, en de volgende ochtend vertrekken we - na een heerlijk ontbijt - in de richting van de volgende stop: Zeewolde.
Afgelegde afstand: 30, 7 kilometer, vaartijd: 3 uur en 48 minuten, brandstofverbruik: 6,3 liter. Aantal sluizen: 1.
Dinsdag 10 september 2015
Zoals aangegeven: vandaag varen we naar Zeewolde. Een flinke afstand, maar we hebben er de hele dag de tijd voor, en bij Harderwijk kan je een mooi stuk afsnijden. We gaan al genietend verder over het laatste stukje Dronter Meer, en passeren de Elburger Brug. Zo komen we op het Veluwe Meer.
Het weer lijkt sterk op dat van gisteren, het is alleen wel wat koeler (18 graden). Na zo'n twee uren varen komen we aan bij Harderwijk, gaan daar onder de brug door en varen het Wolder Wijd op. Hier snijden we een stuk af, door de vaargeul rechts te laten liggen. Rustgevend brommend doet de motor haar werk en wordt het schip voortgestuwd met een snelheid van zo'n 8 kilometer per uur. Als ik weer op het log kijk, is dat gedaald naar omstreeks 7, en ik merk dat de snelheid er uit gaat. In de vaargeul zie ik schepen varen die veel sneller gaan, en schippers die naar me zitten te kijken met een blik van "snapt die man het wel?" Nou, en of ik het snap! De snelheid is namelijk teruggelopen naar 5 kilometers per uur. Ik sla een keer flink achteruit en wend de steven naar stuurboord, richting de vaargeul. Onderweg naar de geul moet ik dat nog twee keer doen. Ja, die waterplanten maken het daar extra spannend, en ik denk dat daar ook risico's aan verbonden kunnen zijn. In ieder geval ben ik blij dat we de vaargeul weten te bereiken en ik besluit voortaan netjes de geul aan te houden. Omstreeks een kwartier na dit "avontuur" komen we in de aanloop naar Zeewolde en nog een kwartier later meren we in de haven, in het hoekje rechts achterin. Mooi plekje! Vlak voor ons ligt een forse witte kruiser. Het is mooi weer en we besluiten dat het wel lekker is om met een boekje en een drankje op de kade te gaan zitten. Zo komt het dat we de stoeltjes op de kade zetten en lekker van het zonnetje genieten.
Dan komen daar twee vrouwen aangewandeld, van wie ik er één meen te herkennen. Dat klopt: het zijn Hennie Ruizendaal en haar vriendin, die we kennen van de Fiat 500 Club. Het wordt niet alleen een gezellig weerzien, aan boord van hun kruiser drinken we gezellig wat en babbelen we bij. Ja, die grote witte, die vlak naast ons ligt. Ze vertellen ons waar ze normaliter liggen met hun schip en ze zullen daar ook aan het eind van de middag weer naar toe gaan. Als het zover is zwaaien wij ze uit.
Daarna wordt de driepoot neergezet, het vuur opgestookt en de kookpot opgehangen. We maken een heerlijk gerecht met veel groente, kip in wijn en aardappeltjes. Smaakt voortreffelijk! Toch een fijn ding, die Dutch Oven.
's Avonds maken we een lekkere wandeling door het dorp, drinken nog wat en gaan dan slapen.
Afgelegde afstand: 28,9 kilometer, vaartijd 3 uur en 48 minuten, brandstofverbruik 5,3 liter.
Woensdag 11 september 2015
De dag begint met prachtig weer en een aangename temperatuur. eerst wordt de Dutch Oven netjes opgeruimd, en de vuurschaal geleegd. Rond een uur of tien 's ochtends verlaten we de haven na een riant ontbijt. Het is rustig op het water, en na de aanloop naar de haven (die nu de aanloop naar de vaargeul is geworden) gaan we stuurboord uit, richting Nulder Nauw. We genieten van het uitzicht: aan bakboord de Veluwe met bossen en hoger gelegen gronden, en aan stuurboord? Ja, Zeewolde! Kijk maar.
Zeewolde vanaf het Wolder Wijd |
Daarna komen de bossen die ook in Flevoland staan aan de stuurboordzijde van het schip voorbij. We kunnen een enorm stuk vooruit kijken, en aan de horizon doemt een vrachtschip op. Het duurt lang voordat dit op onze hoogte komt en op een ruime afstand passeert het ons. We genieten van de rust van het water en het mooie weer en hebben zo een schitterende vaartocht bij een snelheid van omstreeks 8 km per uur. Ter hoogte van Strand Nulde maakt het randmeer een bocht naar stuurboord. Achter ons nadert een passagiersschip.
Ruim 4 kilometer na de bocht ligt de Nijkerker Sluis, die we moeten passeren. Maar we zullen wel moeten wachten, want het passagiersschip, afkomstig uit Elburg, loopt ons op en gaat ons voorbij en is zoveel eerder bij de sluis dat we niet meekunnen met de schutting. Wel krijgen we via de Marifoon een heel verhaal over de familie van de schipper van het passagiersvaartuig te horen, en over anderen die in de vaart zijn.
Nadat we geschut zijn varen we verder in de richting van de Laakse Hoek, ongeveer 5 kilometers verderop. Het landschap ziet er erg mooi uit. Daarna is het nog zo'n twee kilometer varen tot de haven van Bunschoten-Spakenburg, waar we helemaal aan het einde van de strekdam ons bootje meren. We hebben er een bijzonder mooie plek!
Na enige tijd maken we een wandeling door dit voor ons onbekende dorp en worden aangenaam verrast. Er ligt een groot aantal botters in het kanaal gemeerd, er is een oude scheepswerf en: er zijn oude motoren, want er is een motorclubje neergestreken met een aantal Ariel's. De Red Hunter (die met de rode brandstoftank) dateert uit 1938, de fiets met de roze sjaal er aan is een Huntmaster (1955). De motorfiets linksboven is een type A uit 1928. Die rechtsboven kunnen we niet plaatsen, maar het is wel een Ariel.
We wandelen verder en besluiten dat we op dit moment minder behoefte hebben aan een museumbezoek. Dat kan wel tot een later moment wachten! We dwalen wat door het dorp, zien een groentewinkel en een slagerij, een supermarkt, kortom: gaat helemaal goed komen met het bunkeren! Onderweg maken we een stop op een terras (we moeten die Spakenburgers toch van wat bier afhelpen) en maken we mooie plaatjes van een mooi dorp.
We wandelen terug naar de boot en zien onderweg nog meer fraais: er is een autoclub die op haar rit hier een stop maakt voor een versnapering. Dat levert opnieuw wat mooie plaatjes op!
Op de terugweg hebben we een gesprek met een stel dat een huis aan het bekijken is. natuurlijk gaat het gesprek over hun kever, die helemaal in originele staat is. We vertellen van onze bus en onze Fiat, en een geanimeerd gesprek ontspint zich. Ze hebben nog een cabrio te koop, een Fiat... Dat wordt dus serieus nadenken over wel of niet een vierde auto in de stal... We nemen zijn visitekaartje mee voor "je-weet-maar-nooit".
We denken dat we nu wel genoeg moois hebben gezien en gaan terug naar de boot. Daar drinken we nog het een en ander alvorens we gaan eten. We kijken uit over het meer en in de richting van Almere maakt de zon zich op om onder te gaan. De pier waaraan we liggen is een leuk wandeldoel voor veel mensen, en ook een veerbootje naar de Eemhof, schuin aan de overkant van het meer, legt hier aan.
Afgelegde afstand: 18,5 km., vaartijd: 2 uur en 36 minuten, brandstofverbruik: 3,6 liter
Donderdag 12 september 2015
We zijn al vroeg uit de veren, want er moet leeftocht gebunkerd worden. Brood en zo... Dus lopen we weer naar dat mooie dorp en dat treft: vandaag is het markt. We kopen bio-eieren, halen brood bij Jan van Jan van Jan de Bakker (U kent ze wel, die broodbussen en geel-rode kramen), halen groente en gaan weer terug naar ons bootje. Alles wordt op de bestemde plekken weggestouwd en ons avontuur kan een vervolg krijgen. Een poosje later varen we langs de rij windmolens, die Flevoland voor een gedeelte van energie kunnen voorzien. Zo mooi als het weer gisteren was, zo bewolkt is het nu, zelfs een beetje sombertjes. Toch gebeurt er van alles, want vandaag is de triathlon van Almere. Op de dijk zien we heel aantallen fietsers gaan, die de snelheid er behoorlijk in hebben zitten. Toch knap om te zien dat ze na 3,8 km zwemmen nog zoveel energie hebben, terwijl ze hierna ook nog 42 km en 195 m. moeten lopen... Ruim voordat de wedstrijd is afgelopen leggen wij onze Beereboot aan in de haven van Almere-haven, aan de kade tegenover het restaurant.
Een mooie plek: je ziet de achtergebleven fietsers langskomen (het parcours loopt over de kade) en je ziet nieuwe schepen binnenvaren. Inmiddels is het weer ook weer wat beter geworden: een flauw zonnetje doet zijn best om de bewolking te verdrijven, maar dit lukt maar gedeeltelijk. We gaan na een poosje aan boord eens even de "stad" in: achter het havenfront ligt een redelijke winkelstraat die uiteindelijk uitkomt bij theater De Roestbak, dat er zo bij staat: midden in een verbouwing.
De foto heb ik geleend van Wikipedia.
Zo lopen we weer terug in de richting van de haven, en besluiten na enig onderzoek dat we vanavond wel bij de Griek willen eten. Daar reserveren we dus een tafeltje om een uur of 6. We kijken nog eens even verder, maken een korte babbel met de meneer die het verkeer moet regelen vanwege de triathlon en betalen ons havengeld bij een uitermate vriendelijke automaat (onpersoonlijker kan het toch niet). Daarna gaan we ons indrinken op de boot.Tegen etenstijd verlaten we het schip en dienen ons aan in een leeg Grieks restaurant Olympia, waar wij bijzonder lekker eten. Terwijl we dat doen loopt de tent vol in een tempo dat je niet voor mogelijk houdt, en in no time puilt het etablissement uit van de gasten. Knap dat je onder die omstandigheden kwalitatief zo goed eten op tafel weet te brengen!
Afgelegde afstand: 14,6 km., vaartijd: 1 uur, 42 minuten, brandstofverbruik: 2,6 liter
Vrijdag 13 september 2015
We gaan straks door de derde sluis van deze vakantie. Maar voordat we dat gaan doen moet er eerst water ingenomen worden. We maken een sierlijke bocht door de haven en knopen het bootje vast aan de watersteiger. We laten de tank weer vollopen en doen er wat "goeie poeier" bij, zodat ons water niet zal bederven. Daarna wenden we de steven en gaan naar de sluis.
Het hele schutproces duurt een minuut of 20 en dan liggen we zo'n vijfeneenhalve meter lager dan vanochtend toen we wakker werden. We varen door Almere-haven, door een groene wijk, met sportvelden en veel bruggen (die overigens allemaal zo hoog zijn dat we ze gemakkelijk kunnen passeren). Uiteindelijk nadere we ons reisdoel voor deze dag: het kasteel.
We varen een rondje door het passantenhaventje, stellen vast dat de glorie daar compleet vergaan is (verrotte beschoeiing, water achter de beschoeiing, brandnetels en distels, erg ondiep en geen enkele mogelijkheid om gezond aan land te komen) en besluiten om spoorslags verder de varen. Het kasteel is nog steeds niet af (ach, in de Middeleeuwen duurde dat ook honderden jaren, maar er zijn nu plannen om er een soort van spookkasteel van te maken). Maar goed, wij gaan verder want dit is het niet. We passeren de woonschepen in de Lange Wetering (ook daar slaat de verpaupering lichtelijk toe) en meren vervolgens bij de roeiclub die een eindje verderop gevestigd is. We hebben een gesprekje met de buurman, die wat problemen heeft gehad met wat onbehoorlijke vissers die menen dat ze zomaar op andermans boot mogen klauteren. En ben je het er niet mee eens? Wat doe je hier toch man, dit is voor de vissers! Tja, je hebt lieden met slechts één hersencel, en als die dan ook nog kapot is... Het is mooi weer geworden en een gezelschap is daar met mooie roeiwherries, gekleed in de dracht van de jaren twintig gaat men een eindje spelevaren. Mooi gezicht!
We besluiten om maar eens weer een wandeling te maken, en vanaf onze plek wandelen we over de brug het bos in. Een Turkse familie is walnoten aan het oogsten van de notenboom die daar staat. Wij wandelen en komen uiteindelijk uit bij Stadslandgoed De Kemphaan, waar we om heen wandelen, want we willen graag de natuurcamping zien die daar gevestigd is. Die valt erg tegen, daar hoeven we niet te staan. Van daar uit wandelen we weer terug naar de boot, terwijl de lucht steeds dreigender wordt. Dat gaat natuurlijk niet goed, daar komt vast regen van. En jawel hoor: even later vallen de dikke druppen in het water, klettert het op het dak.
Daar was 'ie weer: Pluvius... |
Afgelegde afstand: 4,3 kilometer, vaartijd: 42 minuten, brandstofverbruik: 0,8 liter.
1 sluis.
Zaterdag 14 september 2015
De Flevobrug in Lelystad |
donk're wolken pakken zich samen... |
Zo, we gaan maar weer eens op huis aan. Neen, niet naar Kampen, maar naar Lelystad. Vanaf ons mooie plekje aan de Lange Wetering gaan we bakboord uit de Hoge Vaart in. Doordat het zo'n trieste vertoning bij het kasteel is, komen we dit keer niet op het Weerwater en varen we niet door de stad, zoals ik dit wel graag had gedaan. We gaan dus "buiten om", maar dat is ook door de stad. Uiteindelijk komen we bij de Noorderplassen, en daar gaan we even een kijkje nemen. Via het bruggetje varen we daar een rondje onder een leigrijze hemel. daarna komen we weer terug op de Hoge Vaart en "nemen" de Vaartsluis om ongeveer een meter te zakken naar de Lage Vaart. Daar gaat het natuurlijk weer eens niet goed: het licht staat op rood, springt op roodgroen en groen om daarna meteen weer op rood te springen nog voordat we in kunnen varen. De sluisdeuren gaan weer dicht. Vervolgens gebeurt er lange tijd niets. Omdat de provincie heeft verzonnen dat een marifoon niet goed is, moeten we gaan bellen. Tijdens dat gesprek gaat ineens de deur weer open en staat het licht op groen. We gaan de sluis in, en vervolgens begint een normale schutting. Al met al zijn we dik twintig minuten bezig! Maar goed, we varen door naar Lelystad, kijken onderweg nog eens even op de Vaartplas (al weer een rondje) en vervolgens door naar Lelystad. Onderweg zien we mooie luchten...
Er staat ook nog een behoorlijk stevige wind, het lijkt wel herfst!
Al met al is het heel wisselend, dat weer, je kunt er geen peil op trekken. dat betekent ook dat je aan boord moet blijven, wil je niet doornat worden...
Kijk, dit is zo'n regenbuitje... Geloof het of niet, maar als dat valt zie je niet veel meer van de omgeving! Maar als dat er aan komt, is dat wel een fraai en indrukwekkend gezicht!
Afgelegde afstand: 37,6 kilometer, vaartijd: 5 uur en 24 minuten, brandstofverbruik: 7,2 liter.
1 sluis.
Zondag 15 september 2015
We zijn vandaag maar wel even op de fiets gesprongen, want het weer zag er iets beter uit en we hadden wel behoefte aan een douche. En waar doe je dat nou beter dan thuis? We wonen maar een kilometer of drie, vier van de aanlegsteiger vandaan, dus... Juist, lekker spetteren!
Terug bij de boot maar weer even wat plaatjes gemaakt, want het is eigenlijk wel een heel mooi plekje, daar aan het eind van de roeibaan, op de kruising van de Lage Vaart en de Oostervaart.
Na deze "klussen" (zeg maar: aanvulling op de hobby) zijn we aan boord gebleven, want er viel allemaal water uit de lucht. Lezen dus, een puzzeltje oplossen, en tussen de buien door een wandeling gemaakt.
Maandag 16 september 2015
Om 10:00 uur vertrokken voor een lange vaartocht. Nou ja, lang... We zijn naar Biddinghuizen gegaan. Altijd weer een leuke tocht, ondanks de kaarsrechte Larservaart. Die voert namelijk voor een behoorlijk deel tussen de bossen door, en aan de oevers kan je - als je tenminste weet waar je naar moet kijken - beverburchten zien.
En ook wel grappig is dat je precies onder de aanvliegroute van het vliegveld doorgaat, de kans is dan ook groot dat er zo'n klein vliegtuigje of een Catalina vliegboot over je heen davert.
Onder een grijze hemel arriveren we tenslotte rond 13:00 uur in Biddinghuizen. Jammer genoeg is de aanlegplek niet meer zo mooi als vroeger: alle bomen zijn verwijderd (er stonden majestueuze beuken die 's zomers voor heerlijke schaduw zorgden). We hebben er een eindje gelopen (de beentjes moeten ook gestrekt worden...).
Afgelegde afstand: 21, 8 kilometer, vaartijd: 2 uur 54 minuten, brandstofverbruik: 4 liter.
1 sluis (zelfbediening).
Dinsdag 17 september 2015
En wat is dit nu weer voor weer! Harde wind, regen, het is niets. Mijn goede vader zei altijd "Alle weer is weer". In elk geval is dit weer om te blijven liggen waar we liggen. We verlaten de polder vandaag dus maar even niet. We wandelen en lezen, bekijken de winkels en hobbelen weer terug naar de boot. En koken willen we aan het eind van de dag ook niet, dus we halen een broodje shoarma bij de plaatselijke shoarmatent. Overigens een best smakelijk (en lekker ongezond) gebeuren! Pilsje er bij, eet smakelijk!
Woensdag 18 september 2015
Onze vaartocht naar het altijd gezellige Elburg begint zo:
Op de film niet te zien, maar een ijsvogeltje vliegt - gewoontegetrouw zou je bijna zeggen, hier in Biddinghuizen - voor de boot uit en zigzagt over de Hoge Vaart. Zijn felblauwe rug licht op en ik maak er een sport van om het diertje te spotten in de struik waar ik hem zag landen. Dat valt best tegen.
Om half tien zijn we bij de Blauwe Dromer, de sluis die ons toegang moet geven tot het Veluwe Meer. Er wordt een marifoonkanaal aangegeven, dus ik meld ons bij de bedienaar. Het antwoord luidt chchchchchchchchchchchchchch! Ik doe het nog maar een keer, maar zijn antwoord wijzigt niet en er gebeurt ook helemaal niets. Na een dik kwartier ben ik het zat en ik bel maar met de mobiel. Ook hier de kansloze Flevolandse brug- en sluisbediening, het lijkt sterk op ontmoedigingsbeleid. Na meer dan een half uur hebben we de vijf meter hoogteverschil overwonnen en kunnen we koers zetten naar het Veluwe Meer. Gelukkig is het rustig. Toen we vlak voor onze vakantie op een zondag hier voeren werden we voortdurend ingehaald door allerlei asociale sukkels in snelvarende boten die niet snappen wat er gebeurt met zo'n stalen kruisertje van nog geen vijf ton waterverplaatsing (vast familie van die rare vissers uit Almere). Nu was het genieten van het weer en van de zeil- en motorschepen om ons heen. Maar ook van de familie Krooneend die bij één van de eilandjes in het meer bivakkeert. Onderweg leek het wel of we een soort van wedstrijdje voeren tegen een schitterend Waarschip. Een wedstrijd die we uiteindelijk hebben verloren: tegen zo'n spinnaker kunnen we niet op. Maar een mooi gezicht is het wel! Kijk zelf maar:
Bij Riviera Beach leggen we aan om diesel te bunkeren. Dat is best even een wat moeizaam gebeuren met de dikke windkracht vier dwars in. Het bunkerstation ligt aan lager wal... Maar het gaat allemaal goed, en we komen er ook weer redelijk goed weg, alhoewel we wel moeten opletten met de waterplanten. Ook hier vormen ze een behoorlijk probleem!
Uiteindelijk varen we onder de Elburger Brug door en gaan stuurboord uit, waar we in het Havenkanaal een goede plek weten te vinden. We zijn weer eens in het oude stadje met het rechthoekige stratenpatroon en de middeleeuwse touwbaan van Deetman. En omdat het weer niet verkeerd is, gaan we maar eens even kijken hoe het daar is. Zoals altijd: gezellig! We scoren een biertje, en nog een en ... Hé, daar loopt Annemiek! Annemiek kennen we uit de Fiat 500 Club. Samen met een vriendin is ze lekker aan het winkelen. Ze passen op een huis in de buurt en hebben besloten hier eens even een kijkje te nemen. We maken een gezellige babbel, en de meiden gaan weer verder. Wij reserveren een tafel voor die avond en hebben een geweldig diner bij Restaurant De Haas. Na dat heerlijke eten wandelen we terug naar de Beereboot.
Afgelegde afstand: 30,2 kilometer, Vaartijd 3 uur 36 minuten, brandstofverbruik 6 liter
1 sluis (zelfbediening)
Donderdag 19 september 2015
Steeds dichter komen we in de buurt van onze thuishaven, maar iedere keer weer weten we het te rekken. we verkassen zo'n kleine twintig kilometers en belanden na een leuke vaartocht en een vlotte schutting in de Roggebotsluis met drie schepen in een haven waar we nog nooit hebben gelegen: Ketelhaven. Daar loopt Johan zijn vroegere afdelingshoofd tegen het lijf, die naar een bepaalde zeilboot wil kijken. We filosoferen wat over de boot en het plezier op het water, en over ons blad (de Palaver), dat door onze watersportvereniging wordt uitgegeven. Overigens hebben we een aantal bladen achtergelaten, al hoewel de havenmeester zoiets had van "jullie zijn onze concurrent". Nou geloof ik meer in samenwerking, dus... Ketelhaven is een mooie haven, met naast de haven een mooi restaurant. Ooit is de familie die dit restaurant exploiteert begonnen in een patatzaak in de Kamper Middelbuurtstraat, maar nu staat daar trots en fier Restaurant Lands End. We hebben er heel lekker gegeten, maar er zat wel een wat naar kantje aan dit etentje: het was de laatste van de vakantie!
Afgelegde afstand: 19,2 kilometer, vaartijd: 2 uur 30 minuten, brandstofverbruik 3,5 liter.
1 sluis.
Vrijdag 20 september 2015
Om kwart voor tien 's ochtends gaan de trossen los voor de laatste etappe. Vandaag zullen we weer terug komen waar dit vakantie-avontuur begon: in Kampen, in de haven van ZC '37. We doen dat natuurlijk niet via de kortste route, maar nemen een ommetje door het slibdepôt IJsseloog. Zo varen we via het Kattendiep naar de IJssel. De Zeearend was op stap, maar de Visarend zat netjes op z'n plekje. Ons Beerebootje ploegt tegen de stroming van de IJssel op naar de thuishaven. Vlak voordat we daar zijn zien we wat nieuws in de rivier liggen:
Helemaal rechts op de foto zie je een verticaal "streepje" op de horizon, een drijvende bok. De baggermolen die meteen in het oog springt lag er ook de vorige vaartocht al. Maar de drijvende bok (dat streepje aan de horizon dus, rechts op de foto) is er gekomen met een speciale opdracht: het lichten van de IJsselkogge, die daar omstreeks 1450 is gezonken. Er wordt allerlei onderzoek aan gedaan en langzaam maar zeker wordt het schip van 20 bij 8 meter klaar gemaakt om na bijna zeshonderd jaar het daglicht weer te gaan aanschouwen. Als je dichterbij komt, zie je pas wat een gevaarte het is.
De Hebo 6 |
Men neemt alle tijd voor de berging van deze unieke vondst, die in Lelystad geconserveerd zal gaan worden en vervolgens aan Kampen zal worden "uitgeleend" om tentoon te stellen.
Even voorbij dit gebeuren draaien we bakboord uit en varen we de haven in. Even later meren we onze boot in de box waar hij thuishoort en is onze vakantie voorbij.
Afgelegde afstand: 14,4 kilometer, vaartijd: 1 uur 54 minuten, brandstofverbruik: 2,4 liter
In februari 2016 is op een mooie, rustige woensdag ( 10 februari 2016) de IJsselkogge van zijn plek gehesen, waar hij bijna zeshonderd jaren op de IJsselbodem heeft gerust. Het wrak was in een opmerkelijk goede staat, je zou er zo mee wegvaren...
Een avondje naar de reportage van de berging kijken met het fototoestel in de hand leverde het volgende op.
In februari 2016 is op een mooie, rustige woensdag ( 10 februari 2016) de IJsselkogge van zijn plek gehesen, waar hij bijna zeshonderd jaren op de IJsselbodem heeft gerust. Het wrak was in een opmerkelijk goede staat, je zou er zo mee wegvaren...
Een avondje naar de reportage van de berging kijken met het fototoestel in de hand leverde het volgende op.
In de stalen "doos" bevindt zich het wrak van de Kogge. Op de achtergrond de haven van Wsv ZC '37 Kampen |
Het wrak hangt in een groot aantal banden, die ieder met een eigen lier strak gezet kunnen worden. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten